Wat is het verschil tussen professionele-en particuliere fruitteeltbomen?
De meeste fruitbomen hebben een onderstam. Daarop staat de bovenstam. De bovenstam wordt op de onderstam gezet door te enten. De onderstammen die fruittelers gebruiken zijn niet allemaal geschikt voor de particulier. Met name bij appels komt dit veel voor.
Waarom is dit?
De onderstammen die een fruitteler gebruikt zijn meestal zwak. Voordeel hiervan is dat de bomen mooi klein blijven, er snel fruit aan komt en er veel fruit aankomt. Er is echter ook een groot nadeel van zwakke onderstammen. Het vergt veel kennis om deze bomen gezond te houden. Ze moeten vaak worden gespoten, soms wel 30 keer in een seizoen. In een particuliere tuin kan dit natuurlijk niet, bovendien zijn de meeste bestrijdingsmiddelen niet beschikbaar voor particulieren. Daarom staan de fruitbomen voor particulieren vaak op een sterkere (= ouderwetse) onderstam. Nadeel is: Deze bomen kunnen soms later bloeien, zodat het langer duurt voordat ze vruchten geven. Voordeel is: Veel minder last van ziektes en de bomen zijn sterker zonder te spuiten. In de professionele fruitteelt heb je een beperkte keuze. Voor de particuliere tuin zijn vaak, goede, oudere rassen te koop zoals Benoni, James Grieve en Cox. Sommige oude rassen hebben last van een zogenaamd beurtjaar. Dan heb je dus pech want de boom bloeit dat jaar niet en dus ook geen vruchten.
Wilt u veel plezier hebben van uw fruitboom, let dan op het volgende:
- Plant nooit te diep
- Zet er altijd een boompaal bij
- Gebruik potgrond bij het planten
- Buig de takken voorzichtig en zet het draad vast aan de boompaal. Dit kan het hele jaar door maar gaat het beste als de temperatuur hoog is
- Voor de beginner is het handig om pas te snoeien als de boom bloeit. Verkeerd snoeien kan voor grote groei zorgen en weinig bloemen en dus weinig vruchten.