Wanneer en hoe plant je een boom?
Regelmatig krijgen wij de vraag: 'Hoe moet ik een boom nou eigenlijk planten?' Het is eigenlijk heel simpel! Het hele jaar door kunnen bomen en andere planten worden verplant als ze in pot zijn gekweekt. Alle bomen in ons assortiment zijn het hele jaar in pot verkrijgbaar!
Vanaf eind oktober kunnen bomen en andere planten, zoals hagen uit de volle grond, weer in de tuin geplant worden. De bomen gaan dan in rust, het blad valt van de boom en het duurt weer een halfjaar voordat hij groen is.
Veel bomen worden gerooid met een ‘blote wortel’, er zit dus geen grond meer aan. Het is natuurlijk erg belangrijk dat de wortels nooit uitdrogen. Sommige bomen en coniferen worden na het rooien ‘ingegaasd’ met jutelappen. Hierdoor verdrogen de wortels minder snel.
Bij het planten kan eventueel het gaas aan de onderkant van de kluit losgesneden worden net zoals de knopen in de jutelappen. Ga nooit, bij ingegaasde planten, de kluit leegschudden en stukmaken (hoe help ik een plant omzeep!). Ook worden bomen vaak na het rooien in potten gezet, ze kunnen daar erg lang in staan (mits ze goed worden verzorgd).
Grind hoort niet om een boom, ook bestrating om bomen hoort niet.(zie boomspiegel) Vaak gaat het goed. Het gaat ook vaak fout. Zorg in ieder geval voor goede grond, bij voorkeur aanplantgrond. De vochthuishouding moet in orde zijn en de wortels moeten genoeg lucht krijgen. Zout en pekel zijn funest voor planten.
Hoe plant je een boom?
- Om te beginnen is het heel belangrijk dat de grond waarin wordt geplant geschikt is. Grond mag niet te nat of te droog zijn. Hier gaat het vaak fout. Vooral bij nieuwbouw tuinen is dit het grootste probleem. In de herfst zal de grond over het algemeen niet te droog zijn. Water geven in de herfst hoeft meestal niet, maar is soms wel nodig. Staat een boom langer dan 1 dag in het water, dan is dat niet best. Duurt dit langer...gaat een boom dood! Kijk voor meer informatie over de grond bij: Hoe kan ik zien of de grond te nat of te droog is?
- Wortels moeten de ruimte hebben, dus niet opvouwen in het plantgat.
- Plant een boom nooit te diep. Hoe dieper geplant, hoe vochtiger de grond is. De wortels kunnen dan in het grondwater komen te staan. Als er geen lucht in de grond zit dan kunnen de wortels geen water opnemen en gaat de boom dood. Natuurlijk zijn er bomen die hoegenaamd in het water kunnen staan zoals wilg en els. Daarentegen houdt een Taxus weer van drogere grond. Over het algemeen: hoe natter de grond, hoe hoger de boom moet worden geplant! (plant op een terp).
- Zet altijd minimaal 2 boompalen bij een boom. Een boom die staat te schudden kan schade krijgen aan zijn wortelstelsel. Graaf altijd een ruim plantgat (de wortels moeten er niet in gepropt worden). Plaats eerst de boompalen. (80 cm diep, anders houdt de boom de paal vast) Plant daarna de boom. Doe je dit andersom, dan heb je kans dat je de wortels beschadigd.
- Bij het planten van verschillende bomen, zoals Bolacacia, Catalpa en Meidoorn is het zeer belangrijk om de kroon terug te knippen. De plant hoeft dan minder water op te nemen en zal sneller aanslaan (ook als u een boom gaat verplanten in het najaar (november) flink terug snoeien, als u dit niet doet gaat de boom meestal dood). In het voorjaar kan de boom dan, indien nodig, verder worden gesnoeid. Als het een strenge winter is kunnen de takken immers invriezen. LET OP: Iedere boom heeft zijn eigen behandeling nodig. Vraag bij twijfel advies.
- Hoe is de voedingstoestand? Bomen lusten ook wel iets. na het planten regelmatig bemesten met koemestkorrels, regelmatig een beetje bemesten is beter dan in 1 keer heel veel. Ook kun je grond verbeteren als je er turf doormengt of plant in aanplantgrond. Stopzand kan erg zout zijn = foute boel. Vervang zand door aanplantgrond in plaats van te mengen.
Hou dit nog in het achterhoofd:
- Bij het vervoeren van bomen moeten de wortels altijd zijn afgedekt, dit voorkomt verdrogen tijdens transport.
- Maak de wortels voor het planten, indien nodig, goed nat (doe dit niet bij Beuken).
- Zorg altijd voor een ruim plantgat en maak de grond goed los.
- Stamp de grond na het planten voorzichtig aan.
- Als niet meteen geplant kan worden, kuil de planten dan tijdelijk op (opkuilen is de wortels afdekken met grond).
- Als u een plantgat maakt, zet de boom er dan meteen in. Dus niet een paar dagen open laten liggen. Als het gat volloopt met water door de regen, dan kan er voorlopig niet meer geplant worden. Met een volgende regenbui loopt het water weer, ook al is het gat dicht en de boom inmiddels geplant, naar deze plaats toe en de boom kan dan te nat staan.
- Zorg altijd voor een goede afwatering: Horizontaal: drainage, verticaal: gaten boren. Vaak zijn er storende lagen in de grond waardoor water niet goed wegloopt of juist naar één punt. Controleer regelmatig of de drainage loopt en maak hem jaarlijks schoon. Wilt u optimaal rendement hebben van uw aanplant, gebruik dan aanplantgrond om in te planten (mycorrhiza).
- Als u een plant water geeft, doe dat dan met de tuinslang en breng het water op de plaats waar het nodig is. Sproeiers zijn onnauwkeurig. Als het in de zomer erg warm is + wind dan kun je niet snel te veel water geven. Als je ziet dat een plant droog staat, geef dan meteen water en wacht niet tot de avond. Dus eerst water geven, daarna naar het strand!